BPMS en SPMS werken samen aan nieuwe pensioenregeling

20 november 2023

Op 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) ingegaan. Pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om hun pensioenregeling aan te passen aan de nieuwe wet. SPMS heeft ervoor gekozen om per 1 januari 2027 over te gaan. Het is een groot project, waar BPMS en SPMS samen aan werken. 

Vrijgevestigde medisch specialisten bepalen zelf hoe hun pensioenregeling eruitziet. De afgevaardigden van BPMS beslissen over de regeling. Het bestuur van SPMS zorgt ervoor dat de regeling wordt uitgevoerd. Kortom, een pensioenregeling van, voor en door medisch specialisten.

Momenteel zijn BPMS en SPMS druk bezig met de voorbereidingen voor de nieuwe pensioenregeling. Besluitvorming heeft nog niet plaatsgevonden. Dat gebeurt pas in 2024.  

Een grote verandering

De Wtp betekent een grote verandering. Veel pensioenregelingen, waaronder de pensioenregeling van SPMS, zijn uitkeringsregelingen. Er wordt dan een pensioenaanspraak toegezegd, waarbij de hoogte van de pensioenpremie wordt afgestemd op die pensioenaanspraak.

De Wet toekomst pensioenen (Wtp) bepaalt echter dat alle pensioenregelingen premieregelingen worden. Kort door de bocht: de premie wordt vastgesteld en de uiteindelijke hoogte van het pensioen hangt met name af van de beleggingsresultaten en de hoogte van de rente. 

Keuzes maken

Op weg naar de nieuwe pensioenregeling moeten veel keuzes gemaakt worden. Hoe gaat de regeling er precies uitzien? Hoe worden de huidige pensioenaanspraken omgezet naar persoonlijke pensioenvermogens? Hoe ziet het partnerpensioen er straks uit?

In de Wtp zijn de taken en verantwoordelijkheden van pensioenfondsbesturen en sociale partners beschreven. Kortom: wat is de taak van het SPMS-bestuur en wat is de taak van BPMS – de sociale partners in dit geval. Het komt erop neer dat BPMS bepaalt hoe de pensioenregeling eruit gaat zien.

Ook bepaalt BPMS of het wenselijk is om de huidige pensioenaanspraken om te zetten in persoonlijke pensioenvermogens – ook wel invaren genoemd. SPMS bepaalt of zij de regeling kan uitvoeren. Omdat er veel beslissingen genomen moeten worden die nauw met elkaar samenhangen, trekken BPMS en SPMS samen op.

BPMS-fase en SPMS-fase

De overgang naar de nieuwe pensioenregeling valt in 2 fasen uiteen. Eerst is er de BPMS-fase. BPMS ontwerpt de nieuwe pensioenregeling. Ook besluit BPMS hoe het verzoek tot invaren eruit gaat zien. In de Wtp heeft invaren de voorkeur. Hier mag alleen van afgeweken worden als invaren tot onevenwichtige situaties leidt of andere zwaarwegende bezwaren met zich meebrengt.

BPMS legt alle beslissingen om te komen tot een nieuwe regeling vast in een transitieplan. Vervolgens verleent BPMS aan SPMS opdracht om dit plan uit te voeren. Dan breekt de SPMS-fase aan. SPMS kan de opdracht tot het uitvoeren van het transitieplan al dan niet aanvaarden.

Vervolgens gaat SPMS een implementatieplan opstellen. In dit plan geeft SPMS aan hoe ze het transitieplan denkt uit te voeren en oordeelt ze over de praktische uitvoerbaarheid en de evenwichtigheid hiervan.

Tot slot doet De Nederlandsche Bank – de toezichthouder – een toets op de voorgestelde uitvoering en de evenwichtigheid. Daarna kan de daadwerkelijke overstap naar de nieuwe pensioenregeling plaatsvinden.

Tijdpad

Tijdens de Vergadering van Afgevaardigden (VvA) van 31 oktober heeft het BPMS-bestuur de route naar de nieuwe pensioenregeling toegelicht. Ook peilde het BPMS-bestuur de mening van de afgevaardigden over belangrijke onderwerpen. Onder andere de pensioenleeftijd, de premiehoogte, het partner- en wezenpensioen en eventuele keuzemogelijkheden in de nieuwe regeling kwamen aan de orde.

Tijdens de VvA van 12 december stond de solidariteitsreserve – een ‘buffer’ in de nieuwe regeling – en het invaren op de agenda.

In maart 2024 zal BPMS het concept-transitieplan presenteren. Daarna kan in de VvA in juni 2024 gestemd worden over het transitieplan. Op basis van deze planning kan de nieuwe regeling ingaan op 1 januari 2027.