Vragen en antwoorden

Het vernieuwde pensioenstelsel komt eraan. Uiterlijk in 2028 moeten alle pensioenfondsen overgaan op de nieuwe regels voor pensioen. Maar waarom komen er eigenlijk nieuwe regels voor pensioen? Hoe gaan die eruitzien? En wat betekent het voor u? Hieronder vindt u een overzicht van vragen en antwoorden over het vernieuwd pensioen.

Op deze pagina houden we u op de hoogte van veelgestelde vragen en de antwoorden daarop. We werken deze pagina regelmatig bij.

Planning en proces

Nee, dat is niet mogelijk. De overstap is een omvangrijk project dat zorgvuldig moet worden uitgevoerd. Om dit te waarborgen, is voldoende tijd nodig. 

Niet alle pensioenfondsen stappen op 1 januari 2027 over. De wet schrijft een overgangsperiode voor waarin pensioenfondsen kunnen overstappen naar een nieuwe pensioenregeling. Deze periode loopt van 1 januari 2025 tot en met 1 januari 2028. De meeste pensioenfondsen stappen over per 1 januari 2026 of 1 januari 2027.  

Medio 2026 ontvangen alle deelnemers een overzicht van het huidige pensioen en het pensioen volgens de nieuwe regels. U kunt dan zien wat de verandering voor u persoonlijk betekent. 

De hoogte van het pensioen is afhankelijk van verschillende factoren zoals de dekkingsgraad en de rentestand. Zouden we nu een prognose geven, is die erg onnauwkeurig. Hoe dichter we bij de overgangsdatum komen, hoe nauwkeuriger de prognose is die we kunnen geven.  

Solidariteitsreserve

BPMS heeft ervoor gekozen om de solidariteitsreserve in te zetten om schommelingen in pensioenuitkeringen en grote schokken in het persoonlijk pensioenvermogens als gevolg van financiële tegenvallers op te vangen. Een deel van de buffer wordt straks gebruikt om de solidariteitsreserve te vullen. Daarna wordt de solidariteitsreserve aangevuld vanuit het overrendement. 

BPMS heeft laten berekenen dat de solidariteitsreserve 15% van het pensioenfondsvermogen moet zijn om de doelen van de solidariteitsreserve te bereiken.

De bovengrens van de solidariteitsreserve is 15% van het totale vermogen van het pensioenfonds.  

Beleggen per leeftijdscohort

Nee, dat is niet mogelijk. SPMS blijft het pensioengeld collectief beleggen. Wel wordt het beleggingsbeleid in de nieuwe regeling toegespitst op de levensfasen van deelnemers.  Zo wordt er voor jongeren met meer risico belegd dan voor ouderen. We noemen dit beleggen per leeftijdscohort. SPMS hanteert hiervoor leeftijdscohorten van vijf jaar.

BPMS wil dat voor gepensioneerden minder risico wordt genomen. Dat leidt er inderdaad toe dat het verwachte rendement voor gepensioneerden lager is dan voor jongeren. BPMS heeft goede redenen om minder risico te willen nemen voor gepensioneerden. Meer risico voor gepensioneerden betekent namelijk meer schommelingen – positief en negatief – van de pensioenuitkering. BPMS vindt het niet wenselijk als de hoogte van de pensioenuitkering te veel fluctueert. 

U kunt zelf, aanvullend, beleggen.  Als u dat met netto vermogen doet wordt dit meegenomen in de belastingheffing in box 3. Als u wilt beleggen via een lijfrente (premie aftrekbaar, uitkering belast) dan kan dit niet in plaats van de pensioenregeling. Die blijft voor iedereen bestaan.  De mogelijkheid om lijfrentepremie af te trekken wordt beïnvloed door de opbouw bij SPMS.

Uitdelen van de buffer

Het vermogen van het fonds zal voor vier onderdelen worden ingezet:  

  • Persoonlijke pensioenvermogens 
  • Solidariteitsreserve 
  • Wettelijk minimaal vereist eigen vermogen 
  • Reserve operationele kosten 

De huidige dekkingsgraad (peildatum juni 2023) van SPMS is 145%. Bij deze dekkingsgraad wordt het vermogen als volgt verdeeld over de 4 onderdelen:

Dekkingsgraad op moment van invarenPersoonlijke pensioen-
vermogen
solidariteits-
reserve
Minimaal vereist eigen vermogenReserve
operationele 
kosten
1451281511

Dat is afhankelijk van de hoogte van de dekkingsgraad op 1 januari 2027. Bij een dekkingsgraad van minimaal 133% gaat 15% van de buffer naar de solidariteitsreserve.  

De buffer wordt naar rato van de pensioenopbouw verdeeld. Jongere actieve deelnemers hebben minder pensioenopbouw dan oudere actieve deelnemers of gepensioneerden. Zij krijgen dus in relatieve termen evenveel van de buffer, maar ouderen krijgen in absolute zin meer. 

De wijze waarop de buffer wordt verdeeld is gebaseerd op een door de wet voorgeschreven rekenmethode. 

Het bedrag wordt toegevoegd aan uw persoonlijk pensioenvermogen. 

De buffer wordt in één keer uitgedeeld. 

Persoonlijk pensioenvermogen

De ingelegde premies minus de kosten en premies voor risicodekkingen vermeerderd met rendement. Vanaf de pensioendatum worden er geen premies meer ingelegd en worden de uitkeringen onttrokken aan het persoonlijk pensioenvermogen. Het rendement wordt daar dan weer aan toegevoegd.

Dat kunt u straks inzien in MijnSPMS.  

Nee. Als u arbeidsongeschikt wordt, blijft het persoonlijk pensioenvermogen gewoon in stand. Sterker nog: bij arbeidsongeschiktheid neemt SPMS uw premieplicht over. Dat betekent dat u pensioen blijft opbouwen, zelfs als u niet meer kunt werken. In iedere premie zit een opslag voor de premieovername bij arbeidsongeschiktheid. Die wordt dus door het collectief gedragen. 

Als u een partner heeft, ontvangt uw partner partnerpensioen. Als u geen partner heeft, of ook uw partner komt te overlijden, vervalt het eventueel resterend persoonlijk pensioenvermogen aan het pensioenfonds.  Hiermee betalen we het pensioen voor gepensioneerden en hun partners die ouder worden dan de levensverwachting. Zo delen we bij SPMS het zogenoemde ‘langlevenrisico.’ 

Premie

De premie zal circa € 36.077 op jaarbasis gaan bedragen (op basis van de gegevens voor 2024). Dit is exclusief risicopremies. 

Als u in het verleden gekozen heeft voor opting-out dan betaalt u nu een lagere premie en bouwt u minder pensioen op. Ook als u geen partner heeft (aangemeld) is de premie nu lager dan de nieuwe premie die u gaat betalen. U bouwt nu automatisch ouderdomspensioen op en als u komt te overlijden nadat het ouderdomspensioen is ingegaan is er automatisch een partnerpensioen dat tot uitkering komt. Als u dit partnerpensioen niet wenst dan kunt u de waarde hiervan op de pensioendatum omzetten in een hoger ouderdomspensioen.

Nee, dat is niet mogelijk. 

Met pensioen gaan

De standaard pensioenleeftijd in de nieuwe regeling wordt de AOW-leeftijd. U kunt uw pensioen maximaal 10 jaar vóór of maximaal 5 jaar ná de AOW-leeftijd laten ingaat.  

U kunt dan nog kiezen voor hoge-, lage- of geen conversie. Op het moment van overgang naar het nieuwe stelsel worden de pensioenaanspraken omgezet in uw persoonlijk pensioenvermogen en is dit samen met de hoogte van de rente leidend voor de hoogte van uw uitkering.

De aanspraken die u nu heeft op 65 jaar worden omgezet in uw persoonlijk pensioenvermogen. Dat kunt u 10 jaar voor de AOW-leeftijd omzetten in een uitkering dus op 65 jaar met pensioen kan nog steeds. Als u doorwerkt tot 67 jaar en twee jaar extra premie inlegt zal het pensioenvermogen hoger zijn (extra premie en langer rendement). Statistisch hoeft SPMS twee jaar korter uit te keren wat resulteert in een hogere uitkering (een hoger pensioenvermogen wordt over een kortere periode uitgekeerd).

U kunt gedurende de eerste jaren van pensionering kiezen voor een hogere uitkering en daarna voor een lagere of andersom. Maximale verhouding bedraagt 4:3. 

Invaren is de standaard. Als invaren onevenredig ongunstig is voor een bepaalde groep kan hiervan worden afgeweken. BPMS meent dat hiervan geen sprake is. Omdat invaren ervoor zorgt dat de buffer verdeeld kan worden, zullen ook de gepensioneerden hiervan profiteren. 

Waarschijnlijk kunt u in het nieuwe pensioenstelsel kiezen voor een “bedrag ineens”. Dat betekent dat u een deel van uw pensioen in één keer kunt opnemen als u met pensioen gaat. Het gaat om maximaal 10% van uw pensioen. Dit is niet te combineren met een hoog-laag pensioen. De wet over het bedrag ineens is nog niet definitief.

Alleen op het moment van pensionering.

Overige vragen

Ja, in het nieuwe pensioenstelsel kunnen pensioenen makkelijker omhoog, maar ook omlaag in geval van economisch slecht weer.

BPMS heeft als eis gesteld dat een lopende pensioenuitkering met invaren niet lager wordt. In theorie zou het kunnen dat een uitkering ná 2027 daalt als gevolg van economisch slecht weer. Echter, dat zou ook onder het huidige stelsel het geval zijn geweest.

Om schommelingen in de pensioenuitkeringen als gevolg van financiële tegenvallers op te vangen, wordt de solidariteitsreserve ingezet. 

SPMS heeft op dit moment een behoorlijke buffer. Als deze buffer er op 1-1-2027 nog steeds is, wordt de buffer met invaren uitgedeeld. De kans dat een lopende uitkering met de overgang naar de nieuwe regeling stijgt, is daarom groot. 

In het nieuwe pensioenstelsel zijn 2 soorten pensioenregelingen: een solidaire en een flexibele regeling. Bij de solidaire premieregeling worden de risico’s collectief gedeeld en is er sprake van een solidariteitsreserve. Bij de flexibele premieregeling worden geen of minder risico’s met elkaar gedeeld. Hierdoor hebben deelnemers de extra keuzemogelijkheid om meer of minder risicovol te beleggen. BPMS heeft gekozen voor een solidaire regeling. 

Het VO adviseert het bestuur van SPMS over het invaren en het communicatieplan. 

Het VO bestaat uit 3 leden namens de actieve deelnemers en 2 leden namens de pensioengerechtigden.

Solidariteit is een kenmerk van de huidige én nieuwe regeling. Uit deelnemersonderzoeken, klankbordgroepen en gesprekken met de Vergadering van Afgevaardigden blijkt namelijk dat medisch specialisten solidariteit belangrijk vinden. De dekking voor premie-overname bij arbeidsongeschiktheid sluit hier goed bij aan.  

Op het moment van overlijden wordt er gekeken of er een partner is. Dit wordt bijvoorbeeld gecontroleerd in de registers van de burgerlijke stand of een testament. Het niet meer vooraf aanmelden van de partner bespaart veel administratiekosten.  

Er zijn twee soorten dekkingen:

Partnerpensioen vóór pensioeningangsdatum: 50% van het gemiddelde pensioengevend inkomen van het jaar voor overlijden. Dit is een risicodekking  

Partnerpensioen na pensioeningangsdatum: 70% van het ouderdomspensioen, tenzij de gepensioneerde en de partner op de pensioendatum expliciet aangeven geen of een lager partnerpensioen te willen. Dit is een kapitaaldekking.

Als uw partner overlijdt voordat u met pensioen gaat dan kunt u de waarde van het partnerpensioen op de pensioendatum toevoegen aan uw persoonlijk pensioenvermogen. Als uw partner overlijdt na de ingang van het ouderdomspensioen dan valt de voorziening vrij in de reserves van het fonds. In de solidaire regeling wordt het lang- en kortleven met elkaar gedeeld. De voorziening die vrijvalt bij een overlijden wordt gebruikt om andere partners die langer leven dan de statistische levensverwachting, een uitkering te kunnen geven.

Ja.  De pensioengrondslag is uw inkomen dat meetelt voor uw pensioen. Er geldt een maximum dat jaarlijks door de overheid wordt vastgesteld. In 2024 is de pensioengrondslag ongeveer € 137.000. 

Daarnaast telt uw inkomen tot € 15.000 niet mee voor uw pensioenopbouw (AOW-franchise). In de praktijk zal dus ongeveer maximaal € 122.000 van uw inkomen meetellen voor de opbouw van uw pensioen. Daarom blijft het een basispensioen. 

Blijf op de hoogte

In onze nieuwsbrief informeren wij u ook over het vernieuwde pensioenstelsel. Ontvangt u deze nog niet? Meld u dan nu aan.